Berichten aan John Leary in Rochester NY, VS

 

vrijdag 22 december 2017

Vrijdag 22 december 2017

 

Vrijdag 22 december 2017:

Jezus zei: “Mijn volk, het evangelie van vandaag is de Magnificat van Mijne Zalige Moeder toen zij haar nicht St. Elizabeth bezocht die zwanger was met St. Johannes de Doper. Dit tafereel heet de Bezoeking in de Mysteriën van de Rozenkrans, en St. Johannes sprong in zijn moeders baarmoeder wanneer Mijne Zalige Moeder en Ik aankwamen. Dit was het eerste aangekondigd mijn komst door St. Johannes de Doper. St. Elizabeth sprak een deel van het Onze Vader gebed toen wij aankwamen. Mijne Zalige Moeder zorgde voor haar nicht in St. Elizabeth’s late zwangerschap die een wonderbaarlijke bevalling was. Zoontje, jij bent geweest naar Ein Karem, Israël wat op enige afstand ligt van Mijne Zalige Moeders huis in Nazareth. Jij zag de tekst van de Magnificat in veel talen op de muur tegenover de Kerk der Bezoeking. Mijne Zalige Moeder ging naar haar nicht omdat de engel Gabriel haar vertelde dat St. Elizabeth in haar zesde maand was bij de Aankondiging. Dit Magnificat gebed wordt ook gezegd in de nachtgebeden van het Uurgebod of het Godsdienstig Ambt der priesters. Geef lof en dank dat Ik op aarde kwam om alle mensheid te verlossen van hun zonden.”

Jezus zei: “Mijn volk, in al jullie gesprekken over het begeren naar goed of kwaad, komt het erop neer tot een persoonlijke vrije wil beslissing hoe zij mijn wetten van liefde willen gehoorzamen of niet. Als je naar de hemel wilt gaan, moet je Mij om vergeving voor jullie zonden vragen en bereid zijn om jouw wil over te dragen aan Mijn Goddelijke Wil. Veel christenen worden vervolgd, en dit zal alleen maar erger worden. Je kiezt eerst of je met mij wilt zijn of niet. Dan moet je beslissen of je voor mijn bestaan als God wilt opkomen tegenover jouw medemensen. Een verdere vraag is of je bereid bent om te sterven voor jullie geloof, als je daartoe gedwongen wordt. Als je Mij echt liefhebt zoals Ik jou liefheb, dan moet je het mij tonen in jullie gebeden en goede daden.”

Bron: ➥ www.johnleary.com